Over mij:
Karin 2023.
Hiërarchische organisatie.
Opleiding BBO 1997
Tribune tweede kamer.
Interview RTV Drenthe.
Aanbieden petitie. Den Haag.
Mijn loopbaan bij de Dienst Justitiële Inrichtingen:
21 mei 1997 ben ik begonnen in de 'Gevangenis Esserheem' in het Drentse Veenhuizen als medewerker van het AID-team (Algemene Interne Dienst, tegenwoordig 'De Beveiliging'). Ik was 22 en groen als gras, al dacht ik daar zelf anders over. Ik weet nu dat ik toen nog een hoop te leren had (en me nog altijd aan het ontwikkelen ben). Na 30 jaar ben ik nu zelfs terug in de schoolbanken, inmiddels bijna 50 jaar. Vanaf 1997 tot aan heden hebben er veel veranderingen plaatsgevonden, ik noem een paar grote. Zo is het gevangeniswezen in het verleden altijd hiërarchisch georganiseerd geweest en dat is nog steeds wel merkbaar. Al probeert de organisatie tegenwoordig een lerende organisatie te zijn. Er werd gedigitaliseerd en dat viel niet altijd voor iedereen mee. Een andere noemenswaardige grote verandering uit de afgelopen 27 jaar is de gedetineerde. Deze is veel complexer geworden met onder andere veel vaker een psychische stoornis, een verslaving, meer diversiteit en veel vaker een (licht) verstandelijke beperking. De cipier (ook wel bewaarder of sleutelaar genoemd) is inmiddels een penitentiair inrichtingswerker geworden met een MBO-4 opleiding. Dit om gedetineerden te kunnen begeleiden naar een menswaardig bestaan en terugkeer in de maatschappij als zij dit willen.
Het was in 1997een geweldige tijd. Er werd veel georganiseerd: teamdagen met overnachtingen, feesten, uitjes en sporttoernooien. We deden aan alles mee, het teamgevoel was erg belangrijk en aan geld was geen gebrek! Een aantal jaren voelde het bijna als familie en ik ging dan ook nooit met tegenzin naar Veenhuizen. De basis beroeps opleiding werd gegeven door het opleidingsinstituut van DJI en dat is heden ten dage nog altijd zo. We leerden er enerzijds over beveiligen, strafrecht, rapporteren en nog een aantal relevante vakken. Anderzijds bestond de opleiding voor de helft uit fysieke weerbaarheid, dat wil zeggen we kregen zelfverdediging (compleet in judo-pak) en daar deden we ook examen in. Een coopertest maakte ook deel uit van dit examen. Tegenwoordig is het teamgevoel minder geworden en de jonge generatie is veel meer individu-gericht. Er is nog maar weinig animo voor activiteiten buiten werktijd.
Wel speelde in de jaren '90 dat niet iedereen content was met jonge meiden in 'de bajes'. Daar vond een groep (vaak de wat oudere) medewerkers wat van, ze vonden dat we er niets te zoeken hadden. Men was het nog niet zo gewend in Veenhuizen en we kwamen hierdoor onder een vergrootglas te liggen. Enerzijds was dit bedoeld ter bescherming van 'de dames', maar anderzijds om ons handelen in de gaten te houden. Beweringen als 'daar komt ellende van', 'pas maar op voor je huwelijk', 'die zijn fysiek niet geschikt om in te grijpen' of 'daar worden die jongens alleen maar onrustig van', werden te pas en te onpas geuit. Dat was een rare en ongemakkelijke ervaring, alsof we terug in de tijd waren gegaan. Ik kende het vanuit de horeca (waar ik vandaan kwam) absoluut niet.
Wellicht dat hierdoor onbewust onze vrouwelijkheid wat naar de achtergrond verdween. Alsof we daarmee wilden aangeven dat we 'one of the guys' waren. Mijn partner en ouders zeiden destijds tegen me: 'kan je die Veenhuizen-knop (je taalgebruik) even omzetten?' zij vonden dat ik me mannelijk ging gedragen en dat voelde niet als compliment. Ik heb deze ervaring met de vrouwelijke collega van mijn lichting nog vaak gedeeld. Zij heeft precies hetzelfde ondervonden en heeft dezelfde verklaring hiervoor.
Grensoverschrijdend gedrag was toen nog een onbekend woord. Nu zou er veel niet geaccepteerd worden van wat destijds als normaal werd beschouwd. Anno 2024 zijn vrouwen gelukkig gelijkwaardig aan mannen en mag vrouwelijkheid er ook zijn. Er worden thema's als 'afstand en nabijheid' besproken en 'sociale veiligheid' is een speerpunt. De verhouding man/vrouw onder medewerkers is in percentages overigens geen 50/50, maar ligt rond 70/30 man/vrouw. Destijds was het denk ik 90/10, weer een grote verandering maar wel een positieve gelukkig.
Omdat ik het erg naar mijn zin had in mijn team wilde ik dat graag zo houden. Echter in het werk vond ik te weinig uitdaging en daarom besloot ik me in 2000 kandidaat te stellen voor de ondernemingsraad. Dit om wat verdieping in het werk en de organisatie te krijgen. Ik kreeg voldoende stemmen en dat was het begin van mijn jarenlange rol in de medezeggenschap. Ik leerde dat het organisatiebelang en het medewerkersbelang niet altijd hetzelfde zijn. En ook dat beide nodig zijn om een gezonde organisatie te zijn. Om met de bestuurder tot de gulden middenweg te komen werd mijn nieuwe uitdaging. Ik heb het OR-werk met veel plezier gedaan en ben zelfs op enig moment voorzitter geworden. Ondertussen was ik ook onderdeel van een nieuw op te zetten Opvangteam geworden. Dit team verzorgt collegiale opvang na een calamiteit en is oproepbaar.
De jaren als voorzitter OR waren roerig. waarin de PI Veenhuizen een aantal keren op de nominatie stond voor sluiting. Ik leerde dat we politiek gestuurd worden en daardoor ook afhankelijk zijn van de grillen van 'Den Haag'. Door een grote (noodgedwongen) lobby te voeren bij de regionale- en landelijke politiek kwam ik als voorzitter OR in gesprek met veel mensen. Bij bestuurders, politici, ministers, burgemeesters, hoge ambtenaren en wie dan ook maar van invloed kon zijn, maakte ik namens de OR duidelijk dat de 'bakermat' van het gevangeniswezen moest blijven bestaan. De media wist me daardoor ook te vinden en ik was regelmatig in 'De Tweede Kamer' op de publieke tribune of om te spreken met politici. Op enig moment is een overeenkomst met Noorwegen tot stand gekomen en hebben we een aantal jaren Noorse gedetineerden gehuisvest. Dit had veel voeten in aarde, omdat het Noorse regime ging gelden. De OR is daar nauw bij betrokken geweest en het heeft ons veel energie gekost. Overigens was dit wel een mooie en succesvolle samenwerking uiteindelijk.
Al was de aanleiding niet fijn, toch heb ik door de lobby's wel een leerzame tijd gehad en een netwerk opgebouwd. Dit alles met goede afloop, de PI Veenhuizen staat nog altijd op de PLK (penitentiaire landkaart) en is nu groter dan voor de sluitingsplannen van het kabinet. Er is een grote renovatie aanstaande voor twee locaties in Veenhuizen en er is weer toekomst perspectief. Al hou ik altijd in mijn achterhoofd dat de politiek bepaalt en het morgen weer anders kan zijn.
De keerzijde van het fulltime voorzitter zijn was dat ik mijn organieke functie als beveiliger was ontgroeid. Ik voelde me er met al de kennis die ik inmiddels had opgedaan ook niet meer in thuis. De meeste collega's waren doorgestroomd naar andere functies en er waren veel nieuwe jongens en meiden aangenomen. Toch besloot ik na 21 jaar (waarvan 9 jaar voorzitter) me niet meer verkiesbaar stellen voor de OR. Omdat ik vond dat nu het gevaar van sluiten voorbij leek te zijn er een frisse wind moest gaan waaien. En ik vond ook dat na al die jaren inzet voor de organisatie, het tijd was om ook mijn persoonlijke loopbaan eens te ontwikkelen. Al was het alleen al omdat ik niet gelukkig meer werd van het werk in de beveiliging en ik meer in mijn mars had.
Ik kreeg de kans (na een assessment) leidinggevende te worden op voorwaarde dat ik HBO ging doen. Ik ben in april 2021 op de afdeling ISD aan het middenkader toegevoegd en heb het er erg naar mijn zin. Al moet ik toegeven dat ik het gemis van de OR de eerste jaren wel moeilijk heb gevonden. Ik viel een beetje in een gat. Sinds de start van de AD van de MIZ aan de Hanze Hogeschool, is daar echter geen sprake meer van!
NPO.
Over karin:
Ik ben geboren op 26 april 1975 en opgegroeid in het Drentse Zuidlaren. Ik heb een fijne jeugd gekend , waar ik mooie herinneringen aan heb. Ik heb geen broers of zussen en daar heb ik nooit hinder van ondervonden in mijn jonge jaren. Nu vind ik het wel eens jammer, na het overlijden van mijn vader in 2017. Ik stel me zo voor dat je zorgen en zaken dan met je broer of zus kan delen.
Ik kwam al redelijk jong in de pubertijd en in die periode was ik vooral rebels en had ik een hekel aan 'alles wat moet'. Ergens ben ik dat gevoel nooit kwijt geraakt en probeer ik het woordje 'moeten' uit de weg te gaan. Het zorgt voor een rem op mij. Na de mavo en mbo-activiteitenbegeleiding met weinig inspanning te hebben doorlopen ben ik op mijn negentiende het huis uitgegaan. Toen heb ik vooral dingen gedaan die ik wilde doen (vanaf mijn dertiende wel altijd gewerkt in de horeca, als bijbaantje en ook eventjes fulltime). Daarmee heb ik tevens een HBO-studie (leraren opleiding tekenen/kunst & design) verprutst en ben ik uiteindelijk terecht gekomen in de PI Veenhuizen. Daar heb ik overigens geen spijt van, zoals ik nergens spijt van heb. Dat vind ik zonde van mijn kostbare tijd.
'Genieten zoveel je kan, het leven is maar kort' is mijn motto en dat kan ik niet zonder familie en vrienden. Ik ben sociaal en loyaal, als ze me nodig hebben dan ben ik er. Ik heb een lange relatie gehad met ups en downs en heb samengewoond, nu ben ik single en dat is prima voor nu. Het liefst ben ik creatief bezig met de mensen die ik lief heb om me heen! Gezellig & knus, diepgaande gesprekken en ook af en toe eens lekker uit mijn dak gaan op een feestje, daar hou ik van. Ik had een hippie uit de jaren zestig kunnen zijn, als ik niet te laat geboren was. Een festivalletje, een concert, etentje, een zonvakantie of het theater, maakt mij blij. Verder kan ik vasthoudend zijn, soms koppig en ben ik een 'pietje precies' op sommige vlakken. Ik ben geen carrière-tijger, ik moet het vooral naar mijn zin hebben. Ik geef niets om rangen en standen, iedereen doet er toe vind ik. En ik klus graag in mijn huis niet te vergeten!
Momenteel kamp ik met hormonale schommelingen, zodanig dat ik er last van heb. Zowel mentaal als fysiek ben ik niet op mijn best, en herken ik mezelf soms niet. Ik slaap slecht en vergeet veel. Zeker met de studie MIZ erbij (waarvan ik vind dat de opdrachten teveel zijn naast een fulltime baan) is dit niet handig. Klagen heeft echter geen zin en ik ben van nature positief ingesteld, er komen vast weer betere tijden aan!
Sinds een paar jaar weet ik dat ik HSP ben, (hoog sensitief) hierdoor ben ik onder andere gevoelig voor sfeer en voel deze snel aan. (Aan) voelen is de rode draad in mijn leven weet ik nu en dat kan soms lastig zijn. Daar tegenover is het handig om in te zetten in diverse situaties (op mijn werk). Ik wil het bewuster gaan gebruiken en leren er meer op te vertrouwen. Ik voel bijvoorbeeld snel aan dat er 'onder de radar' bij iemand iets speelt of waar iemand behoefte aan heeft, zonder dat diegene dit uitspreekt. Ik ben me nu bewuster van dit gegeven en besef dat niet iedereen dit heeft. Dat is goed te realiseren en voorkomt teleurstelling voor mezelf. Nu weet ik dat het goed kan zijn om gevoel uit te spreken om begrip te krijgen, in plaats van ervan uit te gaan dat de ander dat aanvoelt. Ook weet ik dat het op andere mensen zweverig kan overkomen, wanneer ik aangeef dat 'iets of een situatie niet goed voelt'.
Wat HSP zijn verder met mij doet is dat ik gevoelig ben voor licht/verlichting, geuren, (hard) geluid. Ik neem soms emoties over van andere mensen. Ook kan ik bijvoorbeeld na het kijken van een verdrietige film, dat verdrietige gevoel moeilijk van me afzetten. Kleine details ontgaan mij niet snel. Ik heb tijd voor mezelf nodig (trek me terug) af en toe, om alle prikkels die ik waarneem los te kunnen laten. Ik heb dit moeten leren, het staat best haaks op het sociale leven dat ik ook zo waardeer. Nu kan ik het heerlijk vinden om niemand te spreken en nergens heen te gaan om te ontladen.
Onrecht/onrechtvaardigheid vind ik lastig om mee om te gaan, het maakt me boos, verdrietig en geeft me een gevoel van onmacht. Soms heb ik moeite mijn eigen grenzen aan te geven 'ten koste' van de ander. Ik probeer dit wel te doen en me er niet schuldig over te voelen. Voor mij is bovenstaand 'normaal' het is wie ik ben, wellicht komt het wat complex over. Ik heb het hier ook zelden over met andere mensen, ik denk dat menigeen zelfs verbaasd zal zijn. Zeker in de nog altijd wel 'macho-wereld' waarin ik werk. Mijn moeder en mijn twee beste vriendinnen weten dat dit is wie ik ben en hoe ik in elkaar steek.
Vakantie, feestje, festival, theater, uiteten.... ik word er gelukkig van!